Rol van de CFO bij het beoordelen van de kostenefficiëntie

Kostenefficiëntie – het realiseren van optimale resultaten tegen minimale kosten – is van cruciaal belang voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) in Nederland. MKB-bedrijven vormen immers de ruggengraat van de economie, goed voor het overgrote deel van alle ondernemingen en een aanzienlijk deel van de werkgelegenheid, waarbij zij ook kostenefficiënt moeten opereren. Tegelijkertijd staan hun winstmarges onder druk door gestegen kosten van grondstoffen, zoals energieprijzen en loonkosten. Uit onderzoek blijkt dat in 2022 maar liefst 57% van de MKB-ondernemingen aangaf (zeer) belemmerd te worden door gestegen bedrijfskosten, een flinke toename ten opzichte van 39% in 2021. Daarnaast kan circa 60% van de bedrijven hogere kosten niet of nauwelijks doorberekenen aan klanten, waardoor marges onder druk komen. De voorzitter van MKB-Nederland waarschuwde recentelijk voor de combinatie van lage productiviteitsgroei en stijgende kosten als risico voor de concurrentiepositie en winstgevendheid. In deze context is kostenefficiëntie geen luxe maar noodzaak voor MKB’s om te overleven en te groeien. De rol van de Chief Financial Officer (CFO) is hierbij essentieel. Traditioneel was de CFO de “hoeder van de cijfers” die vooral toezag op financiële verslaglegging en controle. Tegenwoordig fungeert de CFO in het MKB steeds meer als strategisch businesspartner van de directeur/eigenaar, gericht op waardecreatie en continuïteit. Het waarborgen van kostenefficiënte bedrijfsprocessen valt bij uitstek binnen het domein van de CFO: hij/zij monitort de kostenstructuur, analyseert de financiële gezondheid van processen en initieert verbeteringen. Uit recent onderzoek blijkt dan ook dat Nederlandse CFO’s de komende twaalf maanden hun handen vol verwachten te hebben aan kostenreductie (73% van de CFO’s), wat aangeeft dat kostenbeheersing topprioriteit heeft op de financiële agenda. In dit rapport onderzoeken we hoe CFO’s in Nederlandse MKB-ondernemingen bijdragen aan het meten, beoordelen en verbeteren van de kostenefficiëntie van bedrijfsprocessen. We bespreken achtereenvolgens: (1) de verantwoordelijkheden en activiteiten van de CFO op het gebied van kostenefficiëntie (Analyse); (2) relevante theoretische modellen en kaders die CFO’s toepassen (Theoretisch kader); en (3) de instrumenten, methoden en rapportages die CFO’s hanteren om kostenefficiëntie te beoordelen en te verbeteren (Instrumenten en benaderingen).

De rol van de CFO bij kostenefficiëntie

Kostenstructuur analyse en kostenbeheersing: Een eerste verantwoordelijkheid van de CFO is inzicht verschaffen in de kostenstructuur van de onderneming. De CFO analyseert hoe de kosten zijn samengesteld (bijvoorbeeld vaste vs. variabele kosten, directe vs. indirecte kosten) en identificeert kostendrivers binnen bedrijfsprocessen. Door deze kostenstructuur te doorgronden kan de CFO pijnpunten aanwijzen – bijvoorbeeld afdelingen of processen met onevenredig hoge kosten – en gericht ingrijpen. Een CFO blijft verantwoordelijk voor een gezonde financiële huishouding en moet ervoor zorgen dat uitgaven in lijn zijn met de inkomsten. Dit betekent dat de CFO actief kostenbeheersing toepast: budgetten opstellen, uitgaven monitoren en bij afwijkingen direct bijsturen. Moderne CFO’s voeren geavanceerde budgetteringsmethoden in (zoals bijvoorbeeld zero-based budgeting of rolling forecasts) en toetsen investeringsplannen op kostenefficiëntie. Zo’n financiële discipline draagt direct bij aan verbeterde resultaten. Verder bewaken CFO’s de winstgevendheid en marges per product, dienst of klantsegment. Door de kostprijs en marge van producten nauwgezet te analyseren, kan de CFO besluiten nemen over prijsstrategieën of desinvesteren in verlieslatende activiteiten om kosten te beheersen. KPI’s en prestatiemeting: CFO’s vertalen kostenefficiëntie-doelstellingen naar concrete kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) die binnen de organisatie gemeten en gevolgd worden. Typische financiële KPI’s in dit verband zijn bijvoorbeeld de brutomarge, nettomarge, operationele kosten als percentage van de omzet, kosten per eenheid product/dienst, of de kosten per FTE. Daarnaast kijken CFO’s ook naar indicatoren voor proces efficiëntie, zoals doorlooptijden en voorraadrotatie, omdat inefficiënties zich daar vaak vertalen in hogere kosten. Het actief monitoren van deze KPI’s via managementrapportages geeft inzicht in de ontwikkeling van de kostenefficiëntie. CFO’s leggen hierbij de link met strategische doelen: in hoeverre draagt een kostenreductie bij aan verbetering van het bedrijfsresultaat of aan competitief voordeel? Prestatieanalyses en managementrapportages spelen een essentiële rol bij deze toezichtstaak. Door regelmatige meting en vergelijking (tegen targets of eerdere periodes) signaleert de CFO tijdig of processen goedkoper en efficiënter worden of juist niet. Ook benchmarking is een instrument dat CFO’s inzetten: ze vergelijken de eigen kostenniveaus en productiviteitscijfers met branchegenoten of algemeen geldende kengetallen. Dit is belangrijk, want het meten van resultaten in combinatie met benchmarking laat zien hoe de onderneming presteert ten opzichte van anderen, en onthult welke onderdelen ondermaats presteren en verbeterd moeten worden. Samenwerking met andere afdelingen is cruciaal voor het realiseren van een kostenefficiënt proces en het verhogen van de efficiëntie. Kostenefficiëntie is niet louter een financiële exercitie; het raakt alle delen van de bedrijfsvoering. Een moderne CFO in het MKB treedt daarom op als verbinder binnen de organisatie, die bruggen slaat tussen finance en andere afdelingen zoals operations, inkoop, sales en HR. Door actief samen te werken en financiële data te vertalen naar actiegerichte inzichten voor niet-financiële managers, helpt de CFO alle afdelingen kostenbewuster te werken. Bijvoorbeeld: met de operationele afdeling bekijkt de CFO waar productieprocessen efficiënter kunnen (minder verspillingen, lager energieverbruik), met de inkoopafdeling worden leverancierscontracten en inkoopprijzen tegen het licht gehouden, en met HR bespreekt de CFO de personeelskosten en productiviteit. Deze cross-functionele aanpak is cruciaal omdat kostenefficiëntie vaak voortkomt uit procesverbeteringen op de werkvloer en slimme inrichting van workflows, iets waar afdelingskennis onmisbaar is voor het optimaliseren van de operationele efficiëntie. De CFO fungeert hier als changemanager die verandering in gang zet en draagvlak creëert voor kostenbesparende maatregelen. Een CFO zal daarbij nadrukkelijk waken dat kostenbesparingen niet ten koste gaan van de kwaliteit of continuïteit van de operatie – het vinden van de balans is key. CFO’s moeten ervoor zorgen dat kostenbesparingen “het spierweefsel niet wegsnijden” van de organisatie, zodat de weerbaarheid en lange-termijnprestaties kostenefficiënt blijven. Dit benadrukt dat de CFO scherp moet analyseren waar te snijden zonder de kernactiviteiten te verzwakken. Datagedreven beslissingen en analyses: Door de voortschrijdende digitalisering heeft de CFO toegang tot een schat aan data waarmee kostenefficiëntie beter meetbaar is dan ooit. Routine-boekhoudtaken zijn grotendeels geautomatiseerd, wat de CFO de ruimte geeft om zich te richten op data-analyse en strategisch advies om de efficiëntie te verhogen. Veel MKB’s hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in business intelligence (BI) en dashboarding. CFO’s maken gebruik van realtime dashboards die financiële en operationele data combineren om zo direct inzicht te krijgen in kostenindicatoren en efficiëntie. Deze datagedreven aanpak maakt het mogelijk om sneller afwijkingen te ontdekken: bijvoorbeeld een plotselinge stijging in afvalkosten of een productielijn die achterblijft in output, wat de effectiviteit van de processen beïnvloedt. CFO’s in het MKB worden steeds meer datagedreven leiders die inzichten leveren over winstgevendheid, marges en klantgedrag. Door big data en analysetools te omarmen, kan de CFO diepere patronen ontdekken, zoals welke klantsegmenten of producten relatief het meest bijdragen aan overheadkosten. Ook forecasting wordt verfijnd door data-analyse: CFO’s gebruiken scenario-analyse en prognosemodellen om te simuleren hoe kosten zich onder verschillende omstandigheden ontwikkelen, en welke processen knelpunten kunnen opleveren. Moderne CFO’s experimenteren daarnaast met geavanceerde analyses zoals procesmining en machine learning om bijvoorbeeld voorspellend onderhoud te ondersteunen, wat helpt om onverwachte kosten te verlagen. Hoewel de adoptie van AI in MKB-finance nog in de beginfase is, verwachten Nederlandse CFO’s dat AI binnen enkele jaren in de helft van alle strategische beslissingen een rol zal spelen – vooral om besluitvorming, inclusief kostenoptimalisatie, te ondersteunen. Kortom, de CFO rol is geëvolueerd van louter boekhouder naar analytisch geweten van de organisatie, waarbij data worden benut om kostenefficiëntie voortdurend te toetsen en te verbeteren.

Theoretisch kader of modellen

CFO’s passen diverse financiële modellen en managementraamwerken toe om kostenefficiëntie systematisch te kunnen beoordelen en verbeteren. We bespreken enkele belangrijke benaderingen: Activity-Based Costing (ABC): Een klassiek model voor kostenanalyse is Activity-Based Costing. Bij ABC worden indirecte kosten toegewezen aan producten of diensten op basis van hun daadwerkelijke verbruik van activiteiten in plaats van via globale sleutels. Het idee is dat men eerst de kosten van activiteiten berekent (bijvoorbeeld orderverwerking, kwaliteitscontrole, transport), en deze vervolgens doorbelast aan kostendragers op basis van hun gebruik van die activiteiten. Voor CFO’s in het MKB is ABC waardevol om verborgen inefficiënties bloot te leggen. Het geeft extreem nauwkeurige inzage in kosten en winstgevendheid per product, dienst, klant of kanaal, en biedt transparantie in de drijvende activiteiten achter de kosten. Zo kan een CFO zien welke producten onevenredig veel overhead absorberen of welke klanten veel servicekosten veroorzaken. Bovendien stelt ABC de CFO in staat om met betrouwbare data “wat-als”-scenario’s door te rekenen: hoe veranderen de kosten bij 20% meer productie of bij outsourcing van een activiteit? ABC helpt beslissingen te baseren op feiten: door kosten naar oorzaak (causaliteit) te herleiden kunnen managers gerichter verbeteren. In de praktijk zal een CFO ABC toepassen waar de complexiteit van bedrijfsprocessen daarom vraagt (sommige eenvoudige MKB’s volstaan met traditionele kostprijsberekening, maar naarmate het product- en dienstenpalet groeit, neemt de behoefte aan ABC toe). Lean management: Lean is een managementfilosofie gericht op het elimineren van verspillingen en het continu verbeteren van processen om de efficiëntie te verhogen. Hoewel lean zijn oorsprong heeft in productie, is het gedachtegoed breed toepasbaar – óók op de financiële functie en bedrijfsprocessen in het algemeen om de efficiëntie te verhogen. Voor de CFO betekent lean management dat hij/zij actief zoekt naar waste in processen: onnodige stappen, wachttijden, fouten, overtollige voorraden, etc., die kosten veroorzaken zonder waarde toe te voegen. Lean is geen eenmalige kostenreductieactie, maar een mindset van voortdurende verbetering. CFO’s die lean omarmen, richten hun organisatie in op het dagelijks vereenvoudigen, standaardiseren en verbeteren van processen, met input van medewerkers op de werkvloer. Concreet kan dit inhouden: het digitaliseren van papieren processen, het inrichten van strakkere workflow voor goedkeuringen, of het toepassen van Kanban-principes in voorraadbeheer om overbodige voorraden te vermijden. Lean leert dat iedere activiteit die geen waarde toevoegt voor de klant, in principe ter discussie gesteld moet worden. Door deze bril te gebruiken, kan de CFO samen met operationele managers aanzienlijke kostenbesparingen realiseren – zónder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Integendeel, vaak verbeteren kwaliteit en doorlooptijd mee, wat bijdraagt aan een kostenefficiënt proces. Belangrijk is ook de culturele component: de CFO stimuleert een cultuur waarin medewerkers zelf verspilling signaleren en voorstellen doen voor efficiënter werken. Zo’n continu verbeterproces rendeert niet alleen financieel, maar verhoogt ook de operational excellence van de organisatie op lange termijn. Lean management verschaft de CFO dus een geïntegreerd kader om processen kostenefficiënter én robuuster te maken, wat bijdraagt aan het produceren van waarde. Balanced Scorecard (BSC): De Balanced Scorecard is een breed performance management raamwerk dat ook door CFO’s wordt ingezet om kostenefficiëntie in verband te brengen met strategische doelen. Kaplan en Norton introduceerden dit model met vier perspectieven: Financieel, Klant, Interne processen, en Leren & groei. De kracht van de BSC is dat het financiële indicatoren balanceert met niet-financiële indicatoren om zo een volledig beeld van de organisatieprestatie te geven. Voor kostenefficiëntie is met name het interne processen-perspectief relevant: hier worden doelen en KPI’s geformuleerd rond proceskwaliteit en -efficiëntie, bijvoorbeeld “doorlooptijd van orderverwerking verminderen” of “productiviteitsratio per medewerker verhogen”. De CFO speelt vaak een leidende rol bij het implementeren van de Balanced Scorecard, omdat hij/zij zorgt voor de meting en monitoring van de doelen binnen alle perspectieven. Zo kan een CFO in de BSC opnemen dat de operationele kosten per eenheid product jaarlijks met 5% moeten dalen (financieel perspectief) of dat het percentage foutloze leveringen omhoog moet (intern procesperspectief), en deze koppelen aan actieplannen binnen afdelingen. De BSC maakt het mogelijk om dagelijkse activiteiten te aligneren met de strategie en om kostenefficiëntie-maatregelen af te wegen tegen bijvoorbeeld klanttevredenheid of innovatie. Een groot voordeel is dat de CFO via de BSC-disciplines een gestructureerd prestatiemeetsysteem heeft waarbij kostenefficiëntie niet geïsoleerd bekeken wordt, maar in context – zodat kostenbesparing niet ten koste gaat van klantwaarde of toekomstig groeivermogen. In de praktijk van het MKB helpt een vereenvoudigde Balanced Scorecard (of vergelijkbaar KPI-dashboard) CFO’s om periodiek in de directie te rapporteren: liggen we op koers qua kostenreductie en productiviteit, en hoe verhoudt zich dat tot onze commerciële en strategische doelen? Cost-benefit-analyse (CBA): Bij investeringsbeslissingen of verbeterinitiatieven hanteert de CFO vaak een cost–benefit-analyse. Dit model houdt in dat men systematisch de verwachte kosten van een project of verandering afzet tegen de verwachte baten (financieel én eventueel niet-financieel) om te beoordelen of de investering loont. In het kader van kostenefficiëntie is CBA een nuttig instrument om te bepalen of een procesoptimalisatie of nieuwe technologie daadwerkelijk rendabel is. Bijvoorbeeld, stel een MKB-bedrijf overweegt om een deel van de productie te automatiseren om personeelskosten te verlagen. De CFO zal dan een CBA uitvoeren: wat kost de aanschaf en implementatie van de automatiseringsoplossing, welke besparingen levert dit jaarlijks op (loonkosten, minder fouten, snellere throughput), en wat is dus de terugverdientijd of nettocontante waarde? Alleen als de baten opwegen tegen de kosten zal de CFO zo’n project aanbevelen. CBA dwingt ook om intangible voordelen en risico’s mee te nemen: bijvoorbeeld betere schaalbaarheid of verminderde afhankelijkheid van schaars personeel, wat kan bijdragen aan een kostenefficiënt proces. In MKB’s, waar middelen beperkt zijn, is de CFO’s discipline in cost-benefit-denken essentieel om ervoor te zorgen dat elke euro die aan procesverbetering wordt uitgegeven, zich uitbetaalt in efficiencywinst. Overige performance management frameworks: Naast bovengenoemde modellen kunnen CFO’s ook andere raamwerken inzetten, zoals Value-Based Management of specifieke prestatiemanagementcycli, om de effectiviteit van de organisatie te verbeteren. PDCA – Plan, Do, Check, Act – om continu verbeteringen te borgen). In sommige organisaties wordt de Balanced Scorecard uitgebreid tot een integraal strategisch managementsysteem of aangevuld met methoden als Benchmarking en KPI trees om de oorzaken van kosten te doorgronden. Het gebruik van data-analyse en risicomodellen is ook te zien als onderdeel van het theoretisch arsenaal: denk aan scenario planning of sensitivity analysis om de supply chain te beheren. Tot slot noemen we performance management frameworks zoals EFQM of de theorie van constraints (TOC) die soms worden toegepast om processen te verbeteren. De kern blijft dat de CFO die met een gestructureerd model werkt, beter in staat is kostenefficiëntie meetbaar te maken, oorzaken van inefficiëntie te identificeren en systematisch verbeteringen door te voeren.

Instrumenten en benaderingen van CFO’s

CFO’s in het MKB maken gebruik van diverse tools, methoden en rapportages om de kostenefficiëntie van bedrijfsprocessen continu te beoordelen en waar mogelijk te verbeteren, met het oog op automatisering. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste praktische instrumenten en benaderingen:
  1. Financiële systemen en data-tools: Een basisvoorwaarde voor inzicht in kosten is een solide financieel systeem. Vrijwel alle MKB’s beschikken over een boekhoudpakket of ERP-systeem dat financiële transacties vastlegt per grootboekrekening, kostenplaats en project. De CFO zorgt ervoor dat de boekhouding zodanig is ingericht dat relevante kosteninformatie ontsloten kan worden – bijvoorbeeld door kosten toe te wijzen aan afdelingen of productlijnen om de efficiëntie te verhogen. Bovenop deze systemen gebruiken CFO’s vaak Business Intelligence (BI) software en dashboards om data te analyseren en visualiseren. Denk aan tools als Power BI, Tableau of dashboardfuncties binnen ERP om de operationele efficiëntie te optimaliseren. Hiermee kan de CFO interactieve rapporten bouwen die in één oogopslag de kostenperformance tonen. Real-time dashboards verschaffen CFO’s actuele inzichten en maken snelle bijsturing mogelijk. Verder nemen CFO’s steeds vaker data-analyse tools in gebruik, variërend van Excel voor scenario-analyse tot gespecialiseerde analytics of zelfs AI-gedreven tools die patronen in kosten ontdekken. Zo wordt ook procesmining-software toegepast om inefficiënties in processen op te sporen aan de hand van data uit IT-systemen, met als doel de operationele efficiëntie te verbeteren. Het digitale instrumentarium stelt CFO’s dus in staat een datagedreven aanpak te hanteren bij kostenmanagement.
  2. Rapportages en managementinformatie: Een belangrijk deel van de CFO-taak is het verzorgen van periodieke managementrapportages met daarin kostenefficiëntie-indicatoren en analyses van de supply chain. Vaak stelt de CFO maandelijks een managementrapport op voor de directie/eigenaar, waarin de financiële resultaten staan inclusief analyses van kosten. Hierin worden bijvoorbeeld de totale bedrijfskosten afgezet tegen de begroting en vorig jaar, voorzien van toelichting op afwijkingen in de kostenefficiëntie van de supply chain. Ook worden kosten uitgesplitst naar soort (personeel, materieel, huisvesting, etc.) en naar verantwoordelijkheid (per afdeling of productlijn). Zulke rapportages voorzien de leiding van inzicht waar kosten stijgen of dalen en waarom. Daarnaast kunnen CFO’s kostprijsanalyses rapporteren – bijvoorbeeld de bijgewerkte kostprijs van een product of dienst en hoe deze zich ontwikkelt bij veranderende volumes. In het kader van proceskosten brengen CFO’s soms kostprijsmodellen uit die per processtap de kosten tonen. Een ander type rapportage is de variance-analyse: hierin wordt getoond waar significante afwijkingen zitten tussen geplande en werkelijke kosten, zodat gerichte vragen gesteld kunnen worden. Tevens rapporteren CFO’s over KPI’s gelieerd aan kostenefficiëntie, vaak in de vorm van een dashboard of scorecard. Bijvoorbeeld: een CFO presenteert een Balanced Scorecard-overzicht elk kwartaal, waarin naast omzet en winst ook de proces-KPI’s staan (zoals doorlooptijden, productiviteitsratio’s, defectpercentages) om te laten zien of verbeterinitiatieven effect hebben.
  3. Benchmarking tools en extern vergelijkingsmateriaal: CFO’s kunnen gebruikmaken van externe data en rapporten van bijvoorbeeld brancheorganisaties, het CBS of adviesbureaus om hun prestaties te vergelijken. Er zijn instrumenten en databases beschikbaar waarin kengetallen per sector staan, zoals gemiddelde kostenquoten of productiviteitscijfers. Een CFO zal bijvoorbeeld kijken naar de omzet per medewerker of operationele kosten als percentage van de omzet en dit leggen naast branchegemiddelden. Ook zijn er specifieke benchmarktools voor salariskosten per functiegroep of IT-kosten per gebruiker. Door dergelijke vergelijkingen te maken, kan de CFO bepalen of het bedrijf efficiënt opereert ten opzichte van peers of dat er achterstand is.
  4. Methoden voor kostenoptimalisatie: Om kostenefficiëntie te verbeteren, past de CFO uiteenlopende methoden toe. Kostenbesparingsprogramma’s worden vaak door de CFO (mede) geleid, waarbij gestructureerd gezocht wordt naar manieren om kosten te verlagen. Dit kan via kostenpost-voor-kostenpost analyses (“spend analysis”) om bijvoorbeeld inkoopvoordelen te realiseren of via procesoptimalisatieprojecten (bv. Lean Six Sigma trajecten worden ingezet om verspillingen te elimineren en de effectiviteit van processen te optimaliseren. Zero-based budgeting (ZBB) is een methode die in opkomst is: daarbij worden budgetten jaarlijks van de grond af aan opgebouwd in plaats van voortgeschreven, zodat alle kostenposten opnieuw verantwoord moeten worden. Deze aanpak, indien door de CFO geïnitieerd, dwingt afdelingen na te denken over welke kosten werkelijk nodig zijn en welke geschrapt kunnen worden. Verder hanteren CFO’s scenario-analyse om voorbereid te zijn op kostenescalaties; bijvoorbeeld berekenen wat het effect is van 10% loonstijging of verdubbeling van energiekosten, om proactief efficiency-maatregelen te plannen. Investeringsanalyse is een ander terrein: de CFO gebruikt methoden als terugverdientijd, net present value (NPV) en internal rate of return (IRR) om te bepalen of investeringen in bijv. nieuwe machines of software tot voldoende kostenvoordelen leiden. Indien niet, gaat de investering niet door of wordt bijgesteld – dit waarborgt dat middelen niet verspild worden aan ineffectieve projecten.
  5. Tools voor samenwerking en communicatie: Omdat kostenefficiëntie een gedeelde verantwoordelijkheid is, investeert de CFO ook in instrumenten om de organisatie mee te krijgen. Denk aan dashboards of scorecards die voor alle managers inzichtelijk zijn, zodat elke afdeling haar bijdrage ziet. Daarnaast worden interne bijeenkomsten en workshops gehouden, geleid of gefaciliteerd door de CFO, om kostenbewustzijn te vergroten en lean-methodieken uit te rollen ter optimalisatie van de processen. Sommige CFO’s introduceren financial performance meetings waarin afdelingshoofden periodiek hun kostenprestaties toelichten – een methode om verantwoordelijkheid te delen en best practices uit te wisselen. Kortom, niet alle instrumenten zijn technisch van aard; goede interne communicatie en transparantie zijn misschien wel de krachtigste “tools” die een CFO inzet om een cultuur van kostenefficiëntie te bevorderen.
Samengevat wendt de CFO in Nederlandse MKB-bedrijven een breed arsenaal aan analyses, modellen en managementtools aan om grip te krijgen op kosten en de efficiëntie van processen te verhogen. Vanuit een helikopterview overziet de CFO de financiën van alle bedrijfsprocessen en fungeert als navigator die de koers uitzet richting een slanke, wendbare organisatie, waarbij de supply chain goed beheerd wordt. Door scherpe analyse (zoals ABC en KPI-monitoring), toepassing van beproefde raamwerken (lean, Balanced Scorecard) en pragmatische tools (rapportages, BI-dashboards, benchmarking), kan de CFO kostenefficiëntie meetbaar maken en verbeteren. In een economische omgeving waar MKB’s worden geconfronteerd met krappe marges en voortdurende veranderingen, is de CFO daarmee onmisbaar als bewaker van financiële gezondheid en als aanjager van procesoptimalisatie binnen het bedrijf.

Read More

Scroll to Top