De rol van de CFO bij prijsstrategieën voor winstverbetering in Nederlandse MKB-bedrijven

In het Nederlandse midden- en kleinbedrijf (MKB) staat de winstgevendheid onder druk door oplopende kosten en toenemende concurrentie. Recente cijfers laten zien dat de gemiddelde winstmarge in 2024 slechts 7,6% bedroeg – van elke €100 omzet hield een ondernemer gemiddeld slechts €7,60 over. Bovendien groeiden omzet en winst in 2023 aanzienlijk trager dan in voorgaande jaren, en bij bijna 40% van de kleinste bedrijven halveerde de winst zelfs. Deze lage marges en stagnerende winstgroei benadrukken de noodzaak voor MKB-ondernemingen om strategisch naar prijsstelling te kijken om hun winstgevendheid te verbeteren. Tegelijkertijd ontwikkelt de rol van de Chief Financial Officer (CFO) in het MKB zich van boekhouder tot strategisch businesspartner. Waar de CFO traditioneel vooral de “hoeder van de cijfers” was, treedt hij/zij nu steeds vaker op als mede-architect van bedrijfsstrategie en levert data-gedreven inzichten over winstgevendheid, marges en klantgedrag. Een goed doordacht prijsbeleid geldt daarbij als een belangrijke hefboom voor financiële prestaties – pricing is niet langer louter een verkoopkwestie, maar een strategische factor voor de bottom line. Zo beschouwen CFO’s wereldwijd prijsstrategieën inmiddels als topprioriteit: 87% van de financieel directeuren verwacht dat pricing komend jaar een grotere rol speelt in de resultaten, en bijna alle CFO’s hebben recent hun prijzen herzien in reactie op kostenstijgingen en marktontwikkelingen. In tijden van hoge inflatie en economische onzekerheid is dit bijzonder relevant. Kosten voor energie, materialen en personeel blijven stijgen, maar niet elk bedrijf slaagt erin deze direct door te berekenen aan klanten, uit angst marktaandeel te verliezen. Hierdoor komt de winstgevendheid onder druk te staan. Veel MKB-bedrijven benutten het instrument prijs nog onvoldoende, terwijl “pricing een basiselement in elke winstformule is” – winst = prijs × volume – kosten. Tegen deze achtergrond is het van belang om te onderzoeken hoe de CFO kan bijdragen aan het ontwikkelen van slimme prijsstrategieën die de winstgevendheid verhogen. Dit rapport richt zich op Nederlandse MKB-ondernemingen van circa 25–100 medewerkers (sectoroverstijgend) en verkent de centrale vraag: op welke wijze draagt een CFO bij aan het ontwikkelen van prijsstrategieën om de winstgevendheid te verhogen?

De rol van een CFO bij verschillende prijsstrategieen

De CFO speelt een cruciale rol bij het vormgeven en implementeren van prijsstrategieën in MKB-bedrijven. Deze rol is multidimensionaal en strekt zich uit van samenwerking met commerciële afdelingen tot diepgaande financiële analyses. Hieronder worden de belangrijkste aspecten van de CFO-invloed op prijsbepaling, margeoptimalisatie en winststuring geanalyseerd. Samenwerking met marketing en sales is cruciaal voor het ontwikkelen van effectieve prijsstrategieën voor retail. In veel MKB-organisaties is de verantwoordelijkheid voor prijsstelling versnipperd. Salesmanagers claimen vaak het prijsbeleid (“ik maak de klantafspraken”), productmanagers wijzen op hun kennis van klantwaarde, terwijl de CFO stelt: “dat ben ik, want ik ken de getallen”. Dit illustreert het potentieel conflict en belang van afstemming. Een moderne CFO fungeert als verbinder tussen afdelingen en zorgt voor een geïntegreerde prijsstrategie. In praktijk betekent dit dat de CFO nauw samenwerkt met marketing en sales om prijzen af te stemmen op zowel marktgegevens als financiële doelstellingen. Zo kan de CFO bijvoorbeeld een centrale pricing board of overlegstructuur introduceren waarin financiële analyses en marktbeschouwing samenkomen. De CFO brengt hierbij financiële discipline in: hij/zij stelt richtlijnen op voor prijsafspraken en kortingen, zodat sales niet ongecontroleerd marges wegneemt om deals te sluiten. Duidelijke discount-governance (bijvoorbeeld dat kortingen boven een bepaalde drempel eerst door Finance moeten worden goedgekeurd) voorkomt dat prijsconcessies de toch al dunne marges verder uithollen. Door als financieel geweten op te treden en tegelijk begrip te tonen voor marktdynamiek, helpt de CFO een balans te vinden tussen commerciële slagkracht en winstgevendheid. Hierdoor spreken de afdelingen als het ware “eenzelfde taal” en wordt prijsbeleid een gezamenlijke, strategische exercitie in plaats van een bron van interne verdeeldheid. Kostprijsanalyse en margebewaking zijn essentieel voor het toepassen van verschillende soorten prijsstrategieën in jouw bedrijf. Een kerncompetentie van de CFO is het doorgronden van de kostprijzen en marges van producten en diensten. CFO’s in het MKB zorgen voor een gedegen kostprijsanalyse als fundament van elke prijsstrategie. Dit houdt in dat alle directe en indirecte kosten in kaart worden gebracht om de minimale prijs te bepalen die kosten dekt en een gewenste winstmarge oplevert. In veel bedrijven was prijsstelling lange tijd vooral kostprijs-plus gedreven – “We hebben kosten en leggen daar een marge bovenop”. Deze eenvoudige aanpak biedt houvast, maar houdt geen rekening met veranderende marktomstandigheden of de waardeperceptie bij de klant. De CFO ziet er op toe dat prijsmodellen worden aangepast wanneer kosten fors stijgen of dalen, zodat er geen misalignment ontstaat tussen kosten en prijs. Immers, in de huidige economie fluctueren grondstoffen- en inkoopprijzen, en traditionele kostprijs-plus-methoden schieten tekort als ze niet regelmatig worden bijgesteld volgens de prijsstrategieën van Kotler. De CFO monitort daarom structureel de brutowinstmarges per product, dienst en klantsegment. Met moderne data-analyse kan hij/zij snel identificeren waar marges onder druk staan en actie nodig is. Bijvoorbeeld, als stijgende personeels- of materiaalkosten de kostprijs hebben verhoogd, zal de CFO dit signaleren en voorstellen de verkoopprijs proportioneel aan te passen om de margepercentages gezond te houden. Dit voorkomt ongeziene winstlekkage door verouderde prijzen. Uit MKB-onderzoek blijkt dat prijs- en margebeleid één van de zeven belangrijkste gebieden is waar winst onopgemerkt weglekt; bedrijven die hun prijsbeleid niet regelmatig updaten zien margeverlies en missen de kans om stijgende kosten door te berekenen. De CFO voorkomt dit door een strak margebeheer: tijdig indexeren van prijzen bij kosteninflatie en continu bewaken dat voor elke verkoop minimaal de beoogde profit margin wordt gerealiseerd. Inzicht in prijsgevoeligheid en klantwaarde: Naast de kostenkant moet een CFO ook de marktkant van prijszetting analyseren. Dit omvat het begrijpen van de prijsgevoeligheid van klanten (prijselasticiteit van de vraag) en de waardeperceptie van het product. De prijselasticiteit van de vraag geeft aan in welke mate de gevraagde hoeveelheid reageert op een prijsverandering. Een CFO zal, vaak in samenwerking met marketing, data verzamelen en modellen gebruiken om deze elasticiteit te schatten. Bijvoorbeeld door historische verkoopdata te analyseren of klantonderzoek te initiëren, kan de CFO inschatten hoeveel de afzet daalt bij een prijsverhoging van 5% voor jouw product. Dit is cruciale informatie: het bepaalt of een prijsverhoging de omzet en winst verhoogt (bij inelastische vraag) of juist klanten wegjaagt en tot omzetdaling leidt (bij elastische vraag). Met zulke analyses kan de CFO scenario’s doorrekenen en de optimale prijspunt adviseren die totale winst maximaliseert. Daarnaast richt de CFO de blik op klantwaarde. Moderne pricing principes (zoals value-based pricing, zie theoretisch kader) stellen dat de juiste prijs die is, welke de waarde voor de koper reflecteert. CFO’s dragen bij aan waarde-georiënteerde prijszetting door willingness-to-pay analyses en klantsegmentaties om klanten aan te trekken. Zo kan de CFO via klantinterviews of marktdata achterhalen welke productkenmerken klanten het meest waarderen en hoeveel ze bereid zijn daarvoor te betalen. Interessant genoeg blijken klanten geregeld meer (of juist minder) te willen betalen dan het bedrijf aanneemt – in 9 van de 10 gevallen is de prijs die klanten bereid zijn te betalen “heel anders dan het bedrijf dacht”. Dergelijke inzichten gebruikt de CFO om de organisatie te adviseren over prijsoptimalisatie: bijvoorbeeld hogere prijzen voor premium-segmenten waar de waardeperceptie hoog is, of juist scherpere prijzen in uiterst prijsgevoelige markten. Tevens houdt de CFO rekening met het concurrentielandschap bij het inschatten van prijsgevoeligheid. Een CFO analyseert concurrentenprijzen en -acties, beseffend dat klanten bij voldoende alternatieven snel kunnen weglopen als de eigen prijs te hoog wordt. Uit onderzoek onder CFO’s blijkt dat men concurrentiedruk als een van de belangrijkste factoren ziet die hun prijsbeslissingen beïnvloedt, vooral in de context van de prijsstrategieën voor retail. Daarom anticipeert de CFO op rivalen: hij/zij modelleert bijvoorbeeld “wat als”-scenario’s voor het geval een concurrent de prijzen verlaagt, en weegt het risico van marktaandeelverlies mee in de prijsstrategie. Forecasting en risicobeoordeling: Prijsbeslissingen hebben altijd een onzekerheidsfactor. Het is de taak van de CFO om deze onzekerheid te kwantificeren en te managen, vooral in relatie tot duurdere grondstoffen. CFO’s gebruiken financiële forecasting om de impact van prijsstrategieën op omzet, winst en marktaandeel te projecteren. Zo kan een CFO vooraf begroten wat een prijsverhoging van 5% betekent voor de jaarlijkse winst, onder verschillende aannames over klantreactie (bijvoorbeeld een pessimistisch scenario met flinke volume-afname vs. een optimistisch scenario met beperkte vraagreactie). Het opstellen van meerdere scenario’s is hierbij essentieel voor het bepalen van een prijsstrategie. Wanneer ondernemingen met diverse uitdagingen te maken krijgen – variërend van inflatie tot recessie – moeten ze moeilijke beslissingen nemen en verschillende scenario’s analyseren om het effect door te rekenen. De CFO faciliteert dit door middel van scenario-analyse tools en simulatiemodellen om de prijsstrategie toe te passen. Hij/zij schetst best-case, worst-case en baseline scenario’s voor de prijsstrategie en beoordeelt de financiële risico’s. Bijvoorbeeld, de CFO kan in een worst-case scenario rekening houden met het risico dat te hoge prijsstijgingen klanten verdrijven of dat concurrenten een prijzenoorlog starten. Door deze scenario’s door te rekenen (o.a. prijsstrategieën voor retail) kan men beter anticiperen op marktschommelingen. effecten op cashflow, break-even punten en rentabiliteit), kan de CFO het management waarschuwen voor valkuilen en adviseren over een robuuste koers. Daarnaast heeft de CFO oog voor externe risico’s zoals wisselkoersschommelingen (indien relevant voor inkoopkosten) of toeleveringsproblemen die prijsaanpassingen vergen. CFO’s fungeren in toenemende mate als risicomanagers die volatiliteit in de markt beheersen – bijvoorbeeld door bufferstrategieën of clausules in contracten op te nemen om onverwachte kostenstijgingen door te belasten. Een actueel aandachtspunt is het scenario van stagflatie (stijgende kosten bij stagnerende vraag): CFO’s bereiden zich hier proactief op voor door prijsstrategieën te ontwikkelen die flexibel kunnen worden bijgestuurd wanneer de vraag inzakt maar kosten hoog blijven. Kortom, via forecasting, stress-tests en risicoanalyses zorgt de CFO dat prijsstrategieën niet alleen winstgevend zijn in het basisscenario, maar ook bestendig onder verschillende omstandigheden.

Theoretisch kader of modellen

Om prijsstrategieën systematisch te benaderen, kan de CFO diverse economische modellen en raamwerken toepassen. Hieronder worden enkele relevante concepten besproken – Cost-Plus Pricing, Value-Based Pricing, prijselasticiteit van de vraag, en concurrentie-analyse via Porter’s Five Forces – en toegelicht hoe deze in MKB-context van nut zijn. Cost-Plus Pricing (kostprijs-plus): Dit is de meest basale prijsstrategie, waarbij de verkoopprijs wordt bepaald door de kostprijs te nemen en daar een vaste winstmarge op te tellen. Het voordeel van cost-plus pricing is de eenvoud en kostendekking: de CFO berekent nauwkeurig alle directe en indirecte kosten per product of dienst en voegt een gewenste opslag toe voor winst. Zo weet men zeker dat elke transactie bijdraagt aan de winst van elk product. Deze methode is wijdverbreid in het MKB vanwege de eenvoud en transparantie (ook richting consumenten soms verdedigbaar). Echter, cost-plus houdt geen rekening met de marktpositie of klantperceptie. Als de berekende prijs significant hoger uitvalt dan wat klanten acceptabel vinden of wat concurrenten vragen, kan de onderneming prijsgericht marktaandeel verliezen. Cost-plus pricing negeert namelijk vraag en concurrentie: het kijkt niet naar hoe de eigen producten zich verhouden tot andere aanbiedingen in de markt of welke prijs de doelgroep verwacht te betalen. De CFO die deze methode toepast, zal daarom altijd een realiteitscheck moeten doen: past de uitkomst binnen de marktcontext? Ondanks deze beperking vormt cost-plus vaak een ondergrens (floor price) bij prijszetting – de CFO gebruikt het om te bepalen bij welke prijs het bedrijf quitte speelt en waar de marge start. Marktgerichte prijsstelling (competitieve pricing): Naast kostprijs kijkt een CFO uiteraard ook naar de marktprijzen en concurrentiedynamiek. Een marktgeoriënteerde prijsstrategie houdt in dat de prijs wordt vastgesteld op basis van wat concurrenten voor soortgelijke producten of diensten rekenen. Men analyseert de going rate in de markt: “Wat vragen onze concurrenten; daar moeten wij het voor doen”. Dit model is vooral van belang in markten waar producten homogeen zijn of klanten gemakkelijk kunnen vergelijken (denk aan detailhandel of commoditized goods). De CFO verzamelt marktinformatie (eventueel via prijsmonitoringstools of openbare bronnen) en zorgt dat de eigen prijzen binnen een concurrerend bandbreedte blijven. Deze benadering voorkomt dat het bedrijf zichzelf uit de markt prijst. Echter, een pure me-too pricing strategie (blind de concurrentie volgen) kan gevaarlijk zijn: het veronderstelt dat concurrenten rationeel prijzen en dezelfde kostenstructuur hebben. De CFO moet opletten dat de onderneming niet onder de kostprijs gaat verkopen in een poging de goedkoopste te zijn. Marktgerichte pricing is nuttig om de positionering te bewaken – wil men zich bijvoorbeeld juist als premium onderscheiden met hogere prijs, of als low-cost alternatief – en de CFO zal dit afstemmen op de strategische propositie van de onderneming. Deze aanpak sluit aan bij Porter’s concurrentieanalyse (zie hieronder): in sectoren met hevige rivaliteit en hoge koper-macht zijn prijzen doorgaans lager en is er weinig speelruimte. De CFO houdt hier rekening mee bij het opstellen van prijsstrategieën. Value-Based Pricing (waardegerichte prijsstelling) is een van de verschillende prijsstrategieën die de CFO kan overwegen. Bij value-based pricing wordt de prijs gebaseerd op de percipieerde waarde voor de klant in plaats van uitsluitend op kostprijs of competitie. Dit wordt gezien als een geavanceerdere strategie die zowel interne als externe factoren meeneemt, inclusief de prijs van een product. De kern is dat de onderneming kijkt naar hoeveel een klant bereid is te betalen gezien de voordelen die het product of dienst biedt. Daarbij wordt gebruikgemaakt van inzichten in merkperceptie, unieke productkenmerken, kwaliteit, en klantsegmentatie om de prijsstrategie toe te passen. Value-based pricing bouwt een raamwerk rond merk, producteigenschappen, markpositie en doelgroepdemografie. Voor de CFO betekent dit een nauwe samenwerking met marketing om de waardepropositie te kwantificeren. Denk aan het uitvoeren van klantonderzoek, het analyseren van gebruiksdata of het vergelijken van total cost of ownership voor de klant. Deze strategie vergt meer onderzoek en is complexer te implementeren dan kostprijs-plus, maar biedt potentieel grote voordelen. Door te prijzen op waarde kan een bedrijf een deel van de consumentensurplus “afromen” en zo de winstgevendheid verhogen. Met andere woorden: als klanten een product eigenlijk €120 waard vinden terwijl het kostprijs-plus tarief €100 zou zijn, kan waarde-georiënteerde prijsstelling misschien een prijs van €115 rechtvaardigen – wat extra marge oplevert maar nog onder de waarde voor de klant blijft. CFO’s ondersteunen value-based pricing door financiële modellen te koppelen aan marketingdata: ze berekenen bijvoorbeeld hoeveel extra winst een hogere prijs oplevert tegen welke potentiële volumedaling (prijselasticiteit) en toetsen of dit in lijn is met de gepercipieerde klantwaarde. In veel gevallen leidt value-pricing tot differentiatie: verschillende klanten betalen verschillende prijzen al naargelang de waarde voor hen (bijv. via premium-versies, bundeling, of dynamische prijzen). Hoewel uitdagend, zien deskundigen het als slimmere strategie dan cost-based pricing voor onderscheid en winstmaximalisatie. CFO’s zullen deze strategie vooral toepassen wanneer het bedrijf een unieke waarde biedt of zich kwalitatief onderscheidt, zodat er pricing power is. Prijselasticiteit van de vraag: Dit economische concept – al kort aangestipt in de analyse – meet hoe sterk de vraag reageert op prijsveranderingen. Het is formeel gedefinieerd als de procentuele verandering in gevraagde hoeveelheid gedeeld door de procentuele verandering in prijs. De prijselasticiteit (E) geeft dus aan in welke mate de vraag omhoog of omlaag gaat bij een prijsverlaging respectievelijk -verhoging. Voor de CFO is dit een onmisbaar instrument bij prijsstrategie, vooral bij het toepassen van verschillende prijsstrategieën. Zo kan de CFO gebruik maken van prijselasticiteit om de omzetoptimalisatie te zoeken: bij welke prijs is de omzet (prijs × hoeveelheid) maximaal? Bijvoorbeeld, als een product een relatief inelastische vraag heeft (|E| < 1), betekent dit dat een prijsverhoging in procenten een kleinere daling in volume veroorzaakt, wat leidt tot hogere omzet en winst. In zo’n geval kan de CFO adviseren om de prijs te verhogen zonder al te veel klanten te verliezen – elke procent prijsstijging levert dan per saldo meer op in euro’s dan het aan afzet kost. Omgekeerd, bij een elastische vraag (|E| > 1) zal een prijsverhoging tot een meer dan evenredige vraagdaling leiden, waardoor omzet en winst dalen; hier moet de CFO dus voorzichtiger zijn en wellicht eerder volume-gedreven strategieën (lagere prijs, hogere afzet) overwegen. Het inschatten van prijselasticiteiten is in de MKB-praktijk vaak lastig door gebrek aan data, maar de CFO kan gebruikmaken van pilots, A/B-pricing tests, of externe marktstudies. Steeds meer bedrijven innoveren hier met dynamic pricing, waarbij realtime op vraagschommelingen wordt gereageerd (bijvoorbeeld hotels of webshops die prijzen automatisch aanpassen aan de hand van algoritmen). De CFO’s rol is dan om de financiële impact te monitoren en te zorgen dat zo’n prijsoptimalisatie binnen grenzen blijft die passen bij de klantrelaties en strategie. Samengevat biedt de conceptuele lens van prijselasticiteit de CFO een kwantitatief fundament om prijsbeslissingen te onderbouwen en te forecasten wat wijzigingen in pricing betekenen voor de vraag en winstgevendheid. Porter’s Five Forces en winstpotentieel: Naast interne kosten en klantgedrag moet een CFO ook de externe marktkrachten begrijpen die de speelruimte voor prijsstrategieën bepalen voor elk product. Het Vijfkrachtenmodel van Porter is hierbij een bekend raamwerk om de concurrentie-intensiteit en winstpotentie van de branche te analyseren. Porter onderscheidt vijf krachten: (1) toetredingsdrempels voor nieuwe concurrenten, (2) onderhandelingsmacht van leveranciers, (3) onderhandelingsmacht van klanten, (4) dreiging van substituutproducten, en (5) rivaliteit tussen bestaande concurrenten. De combinatie van deze factoren bepaalt in welke mate een bedrijf pricing power heeft. Een CFO zal beseffen dat de winstgevendheid sterk afhankelijk is van de concurrentie in de bedrijfstak en de prijsstrategieën van Philip Kotler. In een markt met hevige onderlinge rivaliteit en machtige afnemers (klanten die gemakkelijk prijzen kunnen vergelijken of afdwingen), is de ruimte om prijzen te verhogen beperkt – hoe sterker de concurrentie, hoe lager het winstpotentieel en dus hoe voorzichtiger men moet zijn met agressieve prijszetting. Bijvoorbeeld, in een commoditeitsmarkt zullen kleine MKB-spelers zelden een prijs boven het marktgemiddelde kunnen vragen, tenzij ze zich onderscheiden. De CFO gebruikt Porter’s model om strategisch positie te kiezen: bij hoge klantenmacht kan de focus liggen op kostenleiderschap (zodat men de laagste prijs kan bieden en toch winst maakt), terwijl bij gedifferentieerde producten met hoge toetredingsdrempels meer ruimte is voor value-based prijsstrategieën. Porter’s kracht “onderhandelingsmacht van klanten” raakt direct aan pricing: als een handvol grote klanten het merendeel van de omzet bepalen, zullen zij kortingen of scherpe tarieven eisen, dus de CFO moet hierop anticiperen in de prijsstrategie (bijv. via staffelprijzen of contractafspraken). Dreiging van substituten is een andere relevante kracht: een CFO analyseert of klanten gemakkelijk op alternatieve oplossingen kunnen overstappen als de prijs stijgt. Is die dreiging hoog, dan moet de prijs concurrerend blijven. Kortom, het Five Forces-model helpt de CFO in te schatten hoeveel strategische speelruimte er is voor prijszetting en welke factoren buiten de directe controle de marges kunnen beperken. Door dit theoretisch kader mee te nemen, borgt de CFO dat de gekozen prijsstrategie realistisch is gegeven de externe marktomstandigheden en gericht op duurzame winstgevendheid binnen de specifieke branchecontext.

Strategische en operationele aanpak van CFO’s

CFO’s in het MKB vertalen bovenstaande analyses en modellen naar praktische methoden, processen en instrumenten om het prijsbeleid vorm te geven, te monitoren en continu te verbeteren. Hieronder worden de belangrijkste onderdelen van zo’n strategische en operationele aanpak beschreven. Ontwerp van een gestructureerde prijsstrategie: Een effectieve prijsstrategie vereist een systematische aanpak die continu onderhouden wordt. De CFO neemt vaak het voortouw om een dergelijke structuur op te zetten. In de praktijk betekent dit dat de CFO pricing governance in het leven roept: er worden duidelijke processen afgesproken voor prijsbeslissingen, verantwoordelijkheden worden belegd en er wordt bepaald met welke frequentie prijzen worden herzien. Een centrale vraag is: “Wat is de systematiek om tot een prijs te komen, welke organisatie (functies) is daarbij betrokken en welke tools gebruiken we?” Steeds meer MKB-bedrijven stellen bijvoorbeeld een multidisciplinair prijsteam of overleg in, bestaande uit Finance (CFO/controllers), Sales en eventueel Product Management, om periodiek het prijsbeleid door te nemen. De CFO fungeert hierin als spil: hij/zij bewaakt het financiële kader en dwingt een feitelijke onderbouwing af voor voorgenomen prijswijzigingen. Uit ontwikkelingen in Nederland blijkt dat CFO’s zich ook daadwerkelijk steeds vaker opwerpen als de spil in het prijsbeleid en het onderwerp naar zich toe trekken, vooral met betrekking tot consumenten. Dit is begrijpelijk in de huidige omstandigheden van blijvend hoge inflatie: iemand moet zorgen dat kostenstijgingen wél worden doorberekend waar mogelijk, op een manier die duurzaam is voor het bedrijf. De CFO’s strategische aanpak begint dus met het formaliseren van prijsstrategiebepaling: pricing als vast agendapunt in managementmeetings, heldere kaders (bijvoorbeeld minimaal gewenste margepercentages, of maximaal toegestane korting zonder hoger akkoord) en een plan om alle producten en contracten periodiek tegen het licht te houden. Daarbij hoort ook het uitdagen van de huidige werkwijze – zo adviseert het consultancy Simon-Kucher om de klassieke volgorde (“eerst kostprijs-plus, dan concurrentie check, waarde blijft onderbelicht”) om te draaien naar waarde eerst. De CFO stimuleert deze mindset door vragen te stellen als: “Welk klantprobleem lossen we op en wat is dat waard? Zijn we wellicht te goedkoop gezien die waarde?” en zorgt dat dergelijke overwegingen structureel deel uitmaken van het prijsstellingsproces. Gebruik van data, KPI’s en dashboards is essentieel voor het optimaliseren van de prijs van een product. Een moderne CFO baseert prijsbeslissingen en evaluaties op feiten en data in plaats van onderbuikgevoel. Daarom implementeert hij/zij vaak tools om real-time inzicht te krijgen in verkoop, marges en marktprijzen. Veel MKB’s hebben dankzij digitalisering steeds beter toegang tot hun eigen data; de CFO zet deze om in dashboards en KPI-rapportages voor het bepalen van een prijsstrategie. Bijvoorbeeld, via Business Intelligence dashboards kan de CFO per productgroep of klantsegment de brutowinstmarge, omzetontwikkeling en gemiddelde verkoopprijs monitoren. Belangrijke KPI’s die hierbij helpen zijn onder andere de brutowinstmarge (gross profit margin) en nettowinstmarge – kernindicatoren die meteen laten zien of prijs en kosten in de juiste verhouding zijn. Als de brutomarge daalt, kan dat duiden op teveel korting of stijgende kosten die niet gecompenseerd worden; de CFO zal dit signaal oppikken en direct onderzoeken waar de oorzaak ligt in de vraag naar het product. Evenzo wordt de prijsrealisatie (het verschil tussen lijstprijs en daadwerkelijke transactieprijs na kortingen) door de CFO gemeten om te zien of de commerciële praktijk overeenkomt met het beoogde prijsbeleid. Indien het bedrijf bijvoorbeeld structureel 10% onder lijstprijs verkoopt door kortingdruk, dan brengt de CFO dat inzichtelijk en bespreekt maatregelen (zoals strengere discountregels of herziening van de lijstprijs). Dankzij dashboards kunnen CFO’s ook sneller trends ontdekken, bijvoorbeeld seizoenspatronen in prijsgevoeligheid of regio’s waar concurrenten fors onderbieden, en daar adequaat op reageren. Daarnaast vergelijkt de CFO vaak interne KPI’s met externe benchmarks – bijvoorbeeld marges of prijsniveaus gemiddeld in de branche – gebruikmakend van data van brancheorganisaties of openbare bronnen (denk aan CBS cijfers of sectorrapporten). Dit helpt bij het beoordelen of er ruimte is om prijzen te verhogen zonder uit de pas te lopen. Kortom, door een datagedreven cultuur te stimuleren, zorgt de CFO dat prijsstrategieën op solide inzichten steunen en dat bijsturing tijdig plaatsvindt. Instrumenten voor monitoring en bijsturing: Prijsstrategie is geen eenmalige exercitie maar een continu proces. CFO’s zetten daarom verschillende instrumenten in om de strategie te monitoren en bij te sturen. Een belangrijk instrument is de scenarioanalyse, zoals eerder genoemd. Operationeel vertaalt dit zich naar bijvoorbeeld kwartaalelijkse what-if-analyses in de financiële planning. De CFO kan bij elk budgetterings- of forecastmoment verschillende prijsniveaus doorrekenen: “Wat als we volgend jaar onze prijzen gemiddeld 3% verhogen? Wat doet dat met de winst, aangenomen een zekere volumedaling?” Door deze scenario’s naast de realiteit te leggen (en te vergelijken met de feitelijke marktrealisatie), leert de organisatie gaandeweg hoe accuraat haar inschattingen van prijselasticiteit en klantreacties zijn. De CFO houdt verder een vinger aan de pols via maandelijkse marge-rapportages: hierin wordt bijvoorbeeld gerapporteerd over de marge per productlijn, marge per klant of per regio, met uitleg bij significante afwijkingen. Blijkt dat een bepaalde productgroep structureel onderdoet qua marge, dan initieert de CFO een deep-dive: zijn de prijzen te laag, of de kosten te hoog? Deze analyses leiden tot gerichte acties, zoals prijsverhogingen of kostenreductieprogramma’s, afhankelijk van de bevinding. Daarnaast gebruiken CFO’s diverse softwaretools om prijsbeheer te ondersteunen. In eenvoudige vorm betreft dit Excel-modellen voor prijsberekening en marge-analyse. In meer gevorderde MKB-organisaties zijn er gespecialiseerde pricing-modules of ERP-addons in gebruik. In het ideale geval vindt het prijsbeleid een werkbare plek binnen of naast het ERP-systeem – bijvoorbeeld door in het ERP niet alleen statische prijzen maar ook logica voor staffelkortingen, indexatie bij grondstofprijswijzigingen, etc. in te bouwen. De CFO is vaak sponsor van zulke tools en zorgt dat ze correct worden ingericht en gebruikt. Ook prijsmonitoringstools die online prijzen van concurrenten volgen (voor MKB in retail/populaire producten) kunnen onder Finance vallen; de CFO analyseert de output om te bepalen of bijgestuurd moet worden om concurrerend te blijven. Een ander belangrijk onderdeel van de operationele aanpak is performance management rond pricing. CFO’s integreren prijsgerelateerde doelen in de KPI’s van de organisatie, bijvoorbeeld een doelstelling voor gemiddelde verkoopprijs of een target voor percentage margin. Dit kan zelfs doorvertaald worden naar sales-bonusregelingen waarin niet alleen omzet maar ook marge meetelt – een mechanisme dat de CFO opstelt om commerciële teams te prikkelen waardevolle deals te sluiten in plaats van louter volume na te jagen. Indien de onderneming pricing power wil vergroten, kan de CFO tevens trainingen initiëren voor sales over waardegericht verkopen (value selling), zodat verkopers beter in staat zijn hogere prijzen te verdedigen richting klanten. Continu optimaliseren en leren is cruciaal voor het succes van jouw product in de markt. Ten slotte adopteert de CFO een houding van voortdurend optimaliseren in het bepalen van een prijsstrategie. Winstgevende prijsstrategie vereist regelmatige evaluatie en bijstelling, iets wat de CFO bewaakt. Bijvoorbeeld, de CFO plant halfjaarlijks een strategische prijsreview: zijn onze prijzen nog in lijn met de actuele kostenstructuur, marktpositie en strategische doelen? Daarbij kunnen nieuwe ontwikkelingen worden meegenomen, zoals veranderende klantvoorkeuren of nieuwe concurrentie. Indien uit analyses blijkt dat het bedrijf ruimte heeft om bijvoorbeeld een prijsverhoging door te voeren (omdat het waardenivo gestegen is of concurrentie afgenomen), dan zal de CFO dit voorstellen en onderbouwen met feiten. Vervolgens zet hij/zij een pilot op (bijvoorbeeld prijsverhoging eerst bij een subset van klanten of in één regio) en meet nauwlettend de resultaten. Deze feedback loop is essentieel: de organisatie leert wat werkt en wat niet, en de CFO verwerkt deze lessen in de volgende cyclus van prijsstrategieontwikkeling. De CFO benut ook externe inzichten om te verbeteren. Via brancheverenigingen (MKB-Nederland, branche specifieke rapporten) of consultantrapporten van bijvoorbeeld PwC, Deloitte of KPMG blijft de CFO op de hoogte van best practices en trends in pricing. Denk aan het toepassen van dynamic pricing of het gebruik van AI-analyses om prijsoptimalisatie te ondersteunen – grotere bedrijven experimenteren hier al mee, en lessen daaruit sijpelen via kennisdeling door naar het MKB. Zo werd tijdens CFO Day 2025 bijvoorbeeld benadrukt hoe pricing een onderbenutte hefboom is voor elke CFO en hoe data en nieuwe technologieën (zoals pricing-software die 60.000 prijsaanpassingen per uur bij Amazon mogelijk maakt) kunnen worden ingezet voor duurzame winstgevendheid. De CFO van een MKB zal zulk advies ter harte nemen op een schaal die bij zijn bedrijf past, bijvoorbeeld door stapsgewijze verbeteringen: eerst zorgen dat intern de pricing-processen op orde zijn en men systematisch te werk gaat, en daarna wellicht geavanceerdere technieken inzetten. Samenvattend hanteert de CFO een mix van strategische initiatieven (structuur, governance, waarde-analyse) en operationele tools (KPI-dashboards, scenario-analyse, pricing software) om het prijsbeleid te ontwerpen, monitoren en optimaliseren. Dit alles met het uiteindelijk doel om via een goed doordachte prijsstrategie de winstgevendheid van het MKB-bedrijf duurzaam te verhogen – zonder de markt uit te prijzen, maar door slim gebruik te maken van kosteninzichten, klantwaarde en marktposities. Door deze integrale aanpak fungeert de CFO in moderne MKB-organisaties werkelijk als Chief Value Officer: een bewaker en bouwer van waarde, die prijsbeleid inzet als strategisch instrument voor winst en groei.

Read More

Scroll to Top